Uniform regels

1      SHOES:
        Liefst zwarte broques maar gewone gladde zwarte of        
        bruine mag ook. Moeten schoon en gepoetst  zijn.
2      SPATS:
        Moeten strak om het been zitten en de achterpunt in het
        midden van het been. Alle delen moeten schoon zijn.
3      HOSE OF HOSETOPS:
        Worden drie vingers onder het buitenste kniebeen 
        gedragen en patronen keurig recht.
4      FLASHES:
        Linker en rechter flash op beide benen gelijk. Voorste 
        flash begin op het midden van je been.
5      KILT:
        Schoon, exact geperst en vrij van kreukels ,inslag en
        voorkant secuur vast gezet met riemen en de lengte van
        de kilt is net boven het midden van de knie. Het tartan in
        het front is in het midden gecenterd. Zorg dat de tartan
        van zij naar zij recht hangt .
6      SPORRAN:
         Alle delen moeten schoon en gepoetst zijn. De hoogte van
        de sporran is een hand breedte onder je waistbelt. En een
         D.dress sporran hoort bij D.dress en een Fulldress sporran
         bij een Fulldress uniform.
7      DOUBLET:
        Schoon en kreukvrij. Alle knopen aanwezig en rechtop
        aangezet. Aanwezige onderscheidingstekens goed vast
        genaaid, zonder losse draden. Middenvoor in rechte lijn
        met waistbelt, sporran en kilt.  Schouder epauletten met
        het smalle vak naar voren. Eventuele kraag
        onderscheidingen moeten twee en een halve centimeter
        van voorkant afzitten.
8      WAITS BELT:
        Riem en gesp gepoetst.
        Mag een vinger tussen body en riem kunnen. Passanten
        strak tegen gesp aangebracht en de achterkant mag niet
        over de achterknopen zitten
9      CROSS BELT:
        Schoon en gepoetst. Word gedragen van de rechter-
        schouder naar de linker heup. Waistbelt over de crossbelt          
        aan de voorkanten onder het plaid waarbij de gesp van        
        crossbelt over het plaid moet zitten
10    DIRK:
         Word gedragen op de rechter heup, 5 tot 8 cm.naar voren 
         vanaf belt haak .
11    RED SHASH:
        Bij D.Dress:Onder rechterschouder eupalet over het jasje  
        naar linkerheup.Kwasten achter de linkerhand.
        Bij FullDress:Onder rechterschouder eupalet en onder
        crossbelt naar linkerzijde over de waistbelt . Kwasten
        achter de linkerhand.
   


This page created with Cool Page.  Click to get your own FREE copy of Cool Page!
12       BALDERICK:
           Schoon en kreuk vrij en geen losse draden.Van onder de
            linkerschouder eupalet naar de rechter heup over de 
            cross-waits belt heen
13       PIPERS PLAID:
            Schoon -geperst op ruit en kreuk vrij. Word gedragen
            van linker schouder onder rechter arm strak tegen
            het lijf.
            Onderste  deel van het plaid (dus niet de franje ) rust op
            de achterpunt van de spats. Gehele onderzijde zal
            horizontaal gelijk met de grond hangen.
14        DRUMMERS PLAID:
            Schoon-geperst op ruit en kreukvrij. Word gedragen
            vanaf  linker schouder en met band om het middel.
            Probeer het tartan van kilt en plaid te laten overlopen .
15        BROCHE:
            Schoon en gepoetst, wordt gedragen in het front van de
            linkerschouder met eventueele wapen schilden 
            rechtop en secuur bevestigd zonder boven de schouder
            uit te steken.
16       GLENGARRY:
           Schoon en alle badge's gepoetst- lintjes achteraan
           geperst. Midden voor in lijn met de neus en 2 en 1/2 cm.
           boven linker wenkbrauw en 1 en 3/4 cm. boven rechter
           wenkbrauw .
17       BALMORAL:
           Schoon en geperst,word gedragen bijna 2 cm. boven de
           wenkbrauwen en naar rechts weggetrokken.
18       FEATHERBONNET:
            Schoon en met de lintjes geperst,alle vier de slierten
            uit en vrij hangend. Word gedragen bijna 2 cm. boven
            wenkbrauwen met de kinband strak over de kin en
            geen losse flappen
19        HACKLES:
            Bij featherbonnet :onderstuk in bevestiging achter
            badge en boven op gezekerd met haak.
            Bij glengarry:
            Goed vergrendeld door badge .
20        BADGE'S:
            Alle badge's moeten buiten en binnen gepoetst zijn en
            stevig bevestigd.
21        KILT PIN(S):
            Onderste pin word bevestigd 10 cm. van onderkant en
            7 en 1/2 cm. van rechter zijkant alleen door bovenste
            deel.Deze maat is plus-minus want keurig in het tartan
            staat boven de exakte maat.
22        MACE:
            Schoon en gepoetst,koorden of kettingen schoon en
            alle delen heel.Gebutste heads maakt niets uit als ze
            maar schoon zijn.
23        SGIAN DHU:
            Word gedragen in rechter sok, bij dubbelle lintjes in het 
            midden van de twee en bij enkele lintjes tegen de
            achterkant van het enkele lintje. De hoogte is drie
            vingers boven je sok.